Product in de schijnwerper: het drukreduceerventiel met correctie-uitlaat

Geplaatst in: Pneumatiek

13 april 2016

In een pneumatische installatie wordt perslucht opgewekt door een compressor. Deze perst de lucht samen in een drukvat (en het daarachter aangelegde leidingnetwerk) tot bijvoorbeeld 12 bar en slaat dan af. Pas als de druk in het drukvat gedaald is tot bv. 8 bar slaat de compressor weer aan en begint hij te pompen tot de 12 bar weer bereikt is.

Broodjes of pizzabodems?

Deze variërende leidingdruk kunnen we in een productiemachine niet goed gebruiken. Als op een bakkerijmachine bijvoorbeeld bolletjes deeg iets worden platgedrukt om broodjes te vormen, is hiervoor een bepaalde kracht nodig. De pneumatische cilinder die dit doet zou door de veranderende leidingdruk bij 12 bar anderhalf keer zoveel kracht leveren dan bij 8 bar, met als gevolg dat er pizzabodems uit de machine komen. Dat is op zich niet verkeerd, maar ja we willen broodjes…

Hiervoor is het dus noodzakelijk dat de kracht die de cilinder levert constant is. En dit betekent weer dat de druk constant moet zijn. Wat hebben knappe koppen hiervoor uitgedacht? Inderdaad: het pneumatisch drukreduceerventiel met correctie-uitlaat. Dit apparaat heeft als functie de uitgangsdruk (werkdruk) achter het reduceerventiel constant te houden, onafhankelijk van de voedingsdruk. Wel moet de voedingsdruk altijd groter zijn dan de uitgangsdruk.

Schematische tekening van het drukreduceerventiel met correctie-uitlaat
Schematische tekening van het drukreduceerventiel met correctie-uitlaat

Zo werkt het!

De druk wordt geregeld door een klep (6) die gestuurd wordt door een membraan (1). Op één zijde van het membraan werkt de uitgangsdruk, op de andere zijde een veer (2) waarvan de kracht ingesteld kan worden d.m.v. een draaiknop (3). Neemt de uitgangsdruk toe (door verminderde luchtafname), dan beweegt het membraan tegen de veerkracht in omhoog, totdat een kracht-evenwicht tussen de uitgangsdruk en de veerdruk bereikt is. Hierdoor wordt de doorlaat bij de ventielzitting (4) zover verminderd dat de uitgangsdruk weer gelijk wordt aan de ingestelde druk. Bij een grotere luchtafname daalt uitgangsdruk en wordt door de veerkracht het ventiel verder geopend. Het regelen van de uitgangsdruk bestaat dus uit het openen of sluiten van de inlaatklep. Door afwisselend openen en sluiten kan het membraan gaan trillen. Dit wordt voorkomen door onder de klepschotel een dempingsveer (5) aan te brengen. Een manometer geeft de hoogte van de uitgangsdruk aan.

Als de uitgangsdruk om wat voor reden dan ook oploopt (bijvoorbeeld door een pneumatische cilinder die als luchtveer gebruikt wordt), dan beweegt het membraan tegen de veerdruk in omhoog. Hierbij gaat de zitting aan het membraan open en de perslucht kan via de correctie-uitlaat wegstromen. Ook als je met de draaiknop de druk lager instelt, kun je de overtollige lucht uit de correctie-uitlaat horen sissen.

Blijf op de hoogte van ons laatste nieuws

Op de hoogte blijven van het laatste nieuws uit onze sector en ons aanbod? Schrijf je dan in voor onze maandelijkse nieuwsbrief!