Geratel over slangen en hun technische eigenschappen
13 juni 2016
Was het niet de tweede mens op aarde, Eva, die al door een slang in verwarring werd gebracht? En heden ten dage, vele eeuwen later, zijn er nog steeds mensen die niet weten wat ze met een slang aanmoeten. En dat is begrijpelijk.
In de techniek wordt veel gebruik gemaakt van slangen. Voor transport van vloeistoffen, vaste stoffen als granulaat, zand en meel en voor gassen zoals (pers)lucht. Voor elke toepassing lijkt er wel een speciale slang te bestaan met een verschillende mechanische opbouw en verschillende chemische samenstellingen. Onder de mechanische opbouw van een slang wordt verstaan of deze in laagjes wordt gemaakt en waar deze uit bestaan. We kennen bijvoorbeeld slangen die uit 2 (verschillende) kunststoflagen bestaan met daartussen een weefsel of een metaalspiraal voor de stevigheid. Daar gaan we in dit stuk verder niet op in. Een beetje techneut kan over het algemeen redelijk inschatten wat voor eigenschappen zo’n inlage toevoegt.
Addertje
Op chemisch gebied blijken de slangengebruikers vaak veel minder onderlegd. Met name in de persluchtwereld wordt nog wel eens gedacht: “een slang is een slang, als de kleur maar goed is”. Daar zit echter een addertje onder het gras. Als dat namelijk zo zou zijn, ging een fabrikant als Festo echt geen 12 verschillende soorten slang maken. Persluchtslangen voor het aansluiten van systeemcomponenten hebben geen inlagen, dus zijn de materiaaleigenschappen (en soms de wanddikte) de enigen die het verschil maken. Om een goede keuze te maken, moeten we kijken naar de bedrijfsomstandigheden zoals werkdruk, omgevingstemperatuur, mechanische invloeden (beweging, slijtvastheid) en chemische bestendigheid. Ook water hoort bij deze laatste, want het chemische H²O is lang niet voor iedere slang goed.
Met bovenstaande variabelen in de gedachten gaan we nog even door over enkele eigenschappen van kunststofsoorten. Hierbij worden ook wat Festo slangcoderingen genoemd, voor de liefhebbers.
PEN, PLN en PAN
Polyethyleen (PEN en PLN) is een redelijk flexibele kunststofsoort met een goede chemische bestendigheid, die ook tegen water kan. Eigenlijk een prima slang voor basistoepassingen in normale omstandigheden. Prijstechnisch ook interessant. Polyamide ofwel nylon (PAN) is een iets stuggere slang die met name geschikt is voor wat hogere werkdrukken en/of hogere omgevingstemperaturen. De speciale uitvoeringen van de PAN slang blinken uit op deze eigenschappen.
PUN/PUN-H
Polyurethaan is een veelgebruikte variant omdat deze zo heerlijk soepel is. Als er één slang overal lekker doorheen kronkelt is het deze wel. Een nadeeltje is dat Polyurethaan in de basisuitvoering (PUN) niet geweldig bestand is tegen chemicaliën en water. Er is echter een uitvoering (PUN-H) die dat beter is. Een mooie bijkomstigheid is dat deze laatste ook bestand is tegen microben en dat maakt de slang geschikt voor de levensmiddelenindustrie. Daarnaast zijn er antistatische en vlamvertragende uitvoeringen (voor in een omgeving waar bijvoorbeeld gelast wordt).
PFAN
Tot slot benoemen we nog Perfluoralkoxyalkaan, een soort Teflon®. Dit is een slang die chemisch zeer bestendig is en hoge temperaturen aankan. De slang is wel wat stugger en bovendien prijzig ten opzichte van de anderen. PFAN is verkrijgbaar in alle kleuren als het maar wit is. Voordat het allemaal teveel informatie wordt en ik te lang door “ratel” over slang, heb ik hier een pdf met alles over slangen!
Festo/Schipper werkplaatsposter
Schipper heeft een poster samengesteld met de koppelingen en slangen van Festo. Deze is hieronder te downloaden en een gedrukt exemplaar kunt u gratis bestellen via verkoop@schippertechniek.nl