Een blog over de vlamboog (arcflash) en beschermende onderkleding
5 juli 2019
In tegenstelling tot de buitenste kledinglaag, is beschermende onderkleding gek genoeg niet verplicht. De normeringen dragen het echter wel aan als streng advies. In het geval van calamiteit, zoals bijvoorbeeld een vlamboog (arc flash), kunnen de juiste kledinglagen namelijk ernstig letsel voorkomen.
Twee of drie lagen
Wij adviseren om een systeem van twee of drie kledinglagen te hanteren. Dit systeem zit als volgt in elkaar:
Laag 1: huidbescherming
De onderste kledinglaag dient als huidbescherming. Het wordt dus ook op de huid gedragen. Dit voorkomt dat bij een ongeval de onderkleding niet kan ontbranden en de stof niet insmelt in de huid.
In het geval van calamiteit, kan dit de huid redden. Wij adviseren om onderkleding te dragen die inherent vlamvertragend is. Ook is het aan te raden om onderkleding van marino wol te gebruiken. Deze stof neemt namelijk geen geur aan (zweetluchtjes, e.d.) en zorgt voor een hoog draagcomfort.
Laag 2: isolatie
Een isolerende tussenlaag is van toepassing bij extremere temperaturen. Dit geldt zowel voor kou, als voor hitte. Deze onderkleding isoleert zowel tegen stralings- en convectiehitte, als tegen conductiehitte.
Stralingswarmte is warmtetransport door een lege ruimte. Er is geen gas of vloeistof nodig voor stralings warmte (denk aan stralingswarmte van de zon, dit gaat ook door het vacuüm van de ruimte voordat de aarde wordt opgewarmd).
Convectiehitte is de warmte die door de lucht gedragen wordt (denk aan een sauna), conductiehitte is hitte die wordt overgebracht door contact met geleidende materialen (Denk aan een theelepel die warmte doorgeeft van de warmte van de thee).
Laag 3: buitenlaag
De derde laag is de ‘normale’ kleding die wordt gedragen. Denk hierbij aan broeken, jassen, truien, vesten, etc. Ook kleding voor de buitenste laag is er voor verschillende omstandigheden. Denk hierbij aan vlamvertragende kleding, of bijvoorbeeld antistatische kleding voor een ATEX-omgeving.
Lucht
De lucht tussen de lagen van het twee- of drie lagensysteem zorgt voor een lage geleiding. Dit resulteert in zeer positieve eigenschappen, zoals het blokkeren van hitte, het bieden van extra isolatie tegen kou en extra bescherming in allerlei werkomstandigheden.
Testen
Uit tests is gebleken dat de bescherming van meerdere kledinglagen niet werkt als een optelsom, maar een vermenigvuldiging. Het dragen van drie lagen kleding vergroot de bescherming dus exponentieel. We kunnen het belang hiervan nooit genoeg benadrukken.
Het gebruik van meerdere dunne lagen in plaats van één dikke laag biedt de drager vlamvertragende veiligheidskleding, welke licht is en meer bewegingsvrijheid geeft. Dit leidt ertoe dat de gebruiker zijn werk effectiever en voor een langere periode achter elkaar kan uitvoeren.
Vlamboog (arcflash)
Goede kleding is een levensredder in omgevingen waar men risico loopt op een vlamboog (arcflash). Een vlamboog is een elektrische ontlading via de lucht. Dit vindt kan plaatsvinden in omgevingen waar hoge voltages aanwezig zijn. Door het hoge voltage kan de lucht ioniseren en geleidend worden voor elektriciteit. De gevaren van een vlamboog zijn vernietigend.
- Denk hierbij aan:
- Gesmolten metaalspatten
- Stralingswarmte
- Confectiewarmte
- Elektrische schok
- Drukgolf
- Geluidsoverlast
- Optische straling
- Giftige gassen
Het is dus van levensbelang om kleding te dragen die de drager tegen deze gevaren kan beschermen!
Normering: IEC 61482-2:2018
De normering schrijft specifieke veiligheidskleding voor bij werkzaamheden met elektriciteit of elektrische apparatuur en waarbij het risico bestaat op een elektrische vlamboog.
- Er bestaan twee testmethodes;
- EN 61482-1-1 TESTMETHODE 1 (voorheen open arc test) en
- EN 61482-1-2 TESTMETHODE 2 (voorheen Boxtest)
EN 61482-1-1 TESTMETHODE 1
Testmethode 1 (voormalige Open Arc Test) is een meetmethode waarbij de energiewaarde wordt gemeten. Er worden minimaal 20 tests uitgevoerd. Waarbij de uitersten een resultaat geven van 0% kans op tweedegraads verbranding, of 100% kans op tweedegraads verbranding. Het resultaat wordt uitgedrukt in calorieën per cm2.
Met een rekenmethode uitgezet in een grafiek wordt de uiteindelijke ATPV- of EBT-waarde uitgerekend. Dit geeft aan dat je bij die waarde in 50% van de gevallen geen tweedegraads brandwonden oploopt.
De Arc Rating wordt weergegeven in vier PPE-categorieën, (PPE staat voor Personal Protective Equipment):
- PPE 1 / CAT 1 – 4-8 cal/cm²
- PPE 2 / CAT 2 – 8-25 cal/cm²
- PPE 3 / CAT 3 – 25-40 cal/cm²
- PPE 4 / CAT 4 – >40 cal/cm²
EN 61482-1-2 TESTMETHODE 2
Testmethode 2 (voormalige Boxtest) is een meetmethode waarbij de energiewaarde wordt gemeten. Men test de APC (Arc Protection Class) van de kleding door middel van een gestuurde directe vlamboog op het kledingstuk. Het resultaat is goed of afkeur van het geteste kledingstuk en wordt uitgedrukt in kilojoules.
Er bestaan twee klasses waar de kleding aan kan voldoen:
- APC 1 (voormalige klasse 1) – 168kJ (4kA, 400V)
- APC 2 (voormalige klasse 2) – 320kJ (7kA, 400V)
Tranemo
Als PBM-specialist zijn wij altijd op zoek naar de beste en veiligste kleding. Veiligheidsvraagstukken, risico analyses en hoge eisen aan draagcomfort zijn bepalend voor ons assortiment. Om deze redenen zijn wij dealer van Tranemo. De producten van dit kledingmerk voldoen aan onze hoogste eisen voor veiligheid en comfort.